Een Calla heeft fiere, heldergroene bladeren, waaruit een stijlvolle kelk recht omhoog groeit. Deze kelk is eigenlijk een trechtervormig schutblad dat zich langzaam naar buiten opent. Binnenin bevindt zich de lichtgele bloeikolf, ook wel aar genoemd, die uit piepkleine bloemetjes bestaat. Deze vallen nauwelijks op in vergelijking met de prachtig gevormde, gekleurde kelk. De karakteristieke ‘bekers’ komen in uiteenlopende kleuren, van geel, wit, roze en rood tot diep donkerpaars. Sommige soorten zijn tweekleurig en er bestaat zelfs een zwarte variëteit. Bijzonder!

De sierlijke Calla, met de Latijnse naam Zantedeschia aethiopica, staat ook bekend als Aronskelk of Bekerplant. Deze Zuid-Afrikaanse schone werd in de 18e eeuw door de Italiaanse botanicus Giovanni Zantedeschi (waar haar naam van is afgeleid) naar het noorden gebracht. In Afrika groeit de plant aan de voet van hellingen, in en rond moerassige gebieden. Dankzij haar wortelknol slaat de exotische plant water op om drogere periodes te overleven. Een echte overlevingskunstenaar!

De Calla heeft verschillende symbolische betekenissen en staat voor zuiverheid, sympathie en schoonheid. Daarnaast wordt de opvallende Zantedeschia beschouwd als het klavertjevier onder de bloemen en staat ze bekend als een geluksbloem. Dit geloof stamt uit de tijd van de oude Grieken en Romeinen, waar volgens mythes de goden uit de kelken van deze bloem dronken. Probeer deze traditie maar eens na te doen… 😉

Zo geniet je lang van de Calla:

• Vul een schone vaas met vers water en voeg hier snijbloemenvoeding aan toe.
• Snijd de stelen schuin af en zet de Calla in het water.
• Zet de vaas met bloemen niet in direct zonlicht, op de tocht of in de buurt van een warmtebron. Vermijd ook de plaatsing naast een fruitschaal, want dit bevordert het verouderingsproces van de bloemen.
• Snijd zo nu en dan een stukje van de onderkant schuin af om de Calla’s langer mooi te houden.