De iconische en gewilde bloem heeft een lange geschiedenis. Tulpen komen oorspronkelijk uit Turkije en zijn pas in de 16^e eeuw in ons kleine kikkerlandje geïntroduceerd. Het was Carolus Clusius die de bloem ging kweken in de tuin van Hortus Botanicus in Leiden. Het product was destijds schaars en daarom enkel beschikbaar voor welvarende mensen.

In de 20^e eeuw kwam de omslag en zo stond bijna de helft van de Hollandse bollenvelden gevuld met tulpen en verhandelen we sindsdien jaarlijks 1,6 miljard tulpenbollen en 2,4 miljard tulpenbloemen in binnen- en buitenland. En de prijs? Gelukkig is een bos tulpen hedendaags erg goed betaalbaar voor iedereen.

De vrolijke tulp is er bijna in elke kleur van de regenboog, dus je kan er alle kanten mee op. Ook bestaan er vele meerkleurige tulpen die voor een wonderlijk effect zorgen als ze openbloeien. Er zijn enkele, dubbele of zelfs gefranjerde soorten. Deze laatste noemen we de papegaai of parkiet tulp (parrot). Heel bijzonder om te zien!

De Franse tulp is de grote zus van de Hollandse tulp. Ze is namelijk een stuk groter, langer en sprekender. Deze versie wordt voornamelijk in Frankrijk gekweekt, waar ze in de volle grond geteeld wordt zonder extra warmte of kunstbelichting. Deze natuurlijke omstandigheden zorgen ervoor dat de groei relatief langzaam gaat. Echter alles wat langzaam groeit en niet geforceerd wordt, wordt ook sterker. Anders dan bij de Hollandse tulp, kan de Franse tulp pas na 60 dagen worden gesneden.

Bloemen snijdt je standaard schuin af, echter kan je dit bij de tulp beter recht doen. Doordat de tulp een dorstige bloem is en verder doorgroeit op de vaas kan je het te snijden oppervlak beter zo klein mogelijk houden. Anders wordt ‘ie te zwaar en gaat ‘ie hangen.